56 driehoekige stenen worden verdekt op tafel gelegd en elke speler krijgt er een aantal van op zijn rekje (hoeveel hangt af van aantal deelnemende spelers). De startspeler draait een steen op tafel om en noteert de som van de drie cijfers op de hoeken van die steen. Dat is zijn startscore. De volgende spelers proberen nu één steen passend aan reeds eerder geplaatste stenen aan te leggen via het bekende dominoprincipe. Als dit lukt, scoren ze de som van de cijfers op hun aangelegde steen. Als je niet kan of wil aanleggen, moet je een steen ‘kopen’. Elke steen die je koopt, kost je 5 punten. De gekochte steen mag je – indien passend – meteen op tafel aanleggen. Je mag dit maximaal drie keer na elkaar per speelbeurt doen. Indien de derde steen echter ook niet kan (of wil) aangelegd worden, kost dat die speler extra 10 punten (wat deze speelbeurt dus 25 punten kost).
Er kunnen extra punten verdiend worden indien de speler aan beurt een zeshoek of een brug kan vormen. De zesde steen in een zeshoek aanleggen scoort 50 punten extra en een steen zodanig plaatsen dat er een soort brug ontstaat brengt 40 punten extra op. Wie het geluk heeft om met één steen een dubbele zeshoek te vormen, scoort 60 punten extra.
Zodra een speler zijn laatste steen plaatst, eindigt het spel. Deze speler scoort 25 punten extra plus nog eens het totaal van de waarde van de stenen die de andere spelers op dat moment nog in bezit hebben.
